Ik ben een zondagskind en een bofkont.

Ik ben een zondagskind en een bofkont.

In gesprek met Jan Donselaar "Ik ben een zondagskind en een bofkont."  Van boer tot Bourgondiër, actuaris, innovator, ondernemer, levensgenieter, kunst edict, eigenzinnig, uitgesproken, maar vooral gek op partner San en zijn 4 zonen en 5 kleinzonen.

Nieuwsgierigheid als drijfveer en levensinstelling

Jan (70, “de Dons”), product developer & actuarial entrepreneur, is opgeleid als actuaris via de BUOAW (de buitenuniversitaire opleiding tot actuaris). Velen in de financiële en actuariële wereld kennen hem als bevlogen eigenaar van Donselaar Management & Advies (DMA), het adviesbureau dat hij zo’n kleine 30 jaar geleden oprichtte en samen met partner Sandra bestiert. Daarvoor werkte hij voor verzekeraars (AMEV en de Zwolsche Algemeene), een bank (AMRO) en een consultancy firm (Tillinghast, de laatste periode als managing partner).
Ondernemen, innoveren, initiatieven ontplooien en entameren zit Jan van jongs af aan in het bloed. Hij kan niet anders, de man is niet te stoppen, zo sterk is zijn gedrevenheid, gevoed door een uitermate sterk ontwikkelde nieuwsgierigheid, exploratiedrang en positiviteit. Deze natuurlijke geaardheid, dit dna, uitte zich in elk van zijn vele professionele rollen. Overal drukte Jan zijn vernieuwende, creatieve en ook wel eigenzinnige stempel op zijn omgeving: in productontwikkeling, pricing, het besturen van zijn voormalige beroepsvereniging het AG, het oprichten van ondernemingen en het lidmaatschap van de jury van de Actuaris van het Jaarprijs. Er is teveel om hier op te noemen, zie voor zijn lange reeks aan rollen en ondernemende activiteiten: 

Jan Donselaar | LinkedIn.

Interview: Anno Bousema, partner Financial Assets Actuarial Executive Search.
Dit is het 14e interview in een reeks gesprekken met actuarieel professionals, die gepubliceerd worden op actuaris.info en LinkedIn.

Bijzonder en ontroerend

De vele interviews en gesprekken die ik in de loop van de jaren met actuarieel professionals voerde waren allemaal verschillend en altijd interessant. Zonder deze persoonlijke gesprekken tekort te doen, was mijn gesprek met Jan op vrijdagmiddag 23 september 2022 zeer speciaal, inspirerend, ontroerend en met een lach, en bij het afscheid met veel tranen. Want Jan is namelijk terminaal ziek en bereidt zich met zijn geliefden voor op zijn naderend afscheid. Ondanks zijn zwakke gesteldheid bleef hij tijdens ons gesprek scherp, gedreven en uitgesproken in zijn mening en visie. Het werd zoals altijd met hem een inspirerend gesprek, dit keer van 3 uur die omvlogen. We hadden nog veel langer kunnen doorgaan, want met Jan is altijd zoveel te bespreken, bespiegelen en te bediscussiëren.

Zand en grind in Maarn

Jan komt uit een boerengeslacht rondom Maarn in de provincie Utrecht. Dit kleine dorp, dat zelfs een eigen treinstation heeft, ligt in de buurt van Doorn op de Utrechtse Heuvelrug, pal aan de Rijksweg A12 tussen Utrecht en Arnhem. Zijn voorouders, zowel van moeders- als vaderzijde, waren allemaal boeren die de heidevelden rondom Maarn hebben afgeplagd en omgetoverd tot graslanden voor hun beesten. Koeien, varkens en kippen werden er gehouden in de gemengde bedrijven, een circulaire en organische bedrijfsvoering, in tegenstelling tot de meeste huidige monocultuur boerderijen. Jan breekt een lans voor het gemengde en kleinschalige boerenbedrijf, “We hadden dan zeker niet in de huidige stikstofcrisis gezeten”. Maar ja, Mansholt en zijn discipelen: groot, groter, grootst.”
Zijn vader en moeder kozen andere wegen dan hun ouders en voorouders. Zijn moeder ging wonen in het huis van haar oma in Maarn, die omdat ze te oud was bij een van haar kinderen introk. Na de trouwerij maakte ook zijn vader de overstap naar het huis aan de Kapelweg in Maarn, waar al gauw de wieg van Jan kwam te staan, als eerstgeborene. De nieuwe vierbaans snelweg A 12 werd vlak achter het huis van het jonge gezin Donselaar aangelegd, op nog geen 15 meter afstand. Zijn vader begon voor zichzelf en kocht daartoe een oude Amerikaanse truck uit de 2e wereldoorlog, waarin hij getooid met een grote cowboyhoed, zand en grind ging verhandelen en vervoeren. Zo werd een transport-, zand- en grindonderneming geboren, die het door de opkomende economie al snel voor de wind ging. Jan maakte met zijn vader en moeder in de weekenden op de grote voorbank van de truck uitstapjes, leuke ritjes naar ooms en tantes op hun boerderijen. Nog steeds krijgt Jan prettige en nostalgische herinneringen en gevoelens als hij de geur van de stal, vers gemaaid of kuilgras opsnuift. Er werden stap voor stap nieuwe vrachtwagens van Duitse makelij bijgekocht en er kwam ook personeel in dienst. Door de toegenomen welvaart in het gezin, kwam er uiteindelijk ook een luxe auto. Uiteraard was dat een Amerikaanse slee met van die fancy vleugels aan de achterzijde.

Rolmodel

Het gezin breidde ook uit, er werden na Jan nog 4 broers en een zus geboren. Zijn vader was voor Jan een voorbeeld. Niet in de laatste plaats omdat hij zijn eigen koers bepaalde en zich niet veel aantrok van wat andere vonden, van regels en conventies. Jan kenschetst hem als een man met een rechte rug en recht voor zijn raap. Hij moest al met 13 jaar van school om te gaan helpen op de boerderij. Hij beschikte over een ondernemers- en pioniersgeest en praktisch boerenverstand. Door zijn rechte rug en integere houding nam hij zonder rekening te houden met de financiële consequenties subiet afscheid van klanten die hem een streek leverden of oneerlijk waren: “Met jou doe ik geen zaken meer, basta.” 
Zijn vrachtwagens gebruikten steeds meer brandstof, en zo ontstond het idee om een eigen benzinepomp aan het bedrijf te koppelen. De firma Donselaar werd de trotse bezitter en uitbater van een benzinepomp in het dorp. Zijn vader verwierf ook het recht om de snelweg tussen Houten en Ede bij sneeuwval en vorst in opdracht van Rijkswaterstaat te mogen bestrooien met zand en pekel. Dat gebeurde destijds nog met de hand en een bats (plat ronde schep), staand in de achterbak van de vrachtwagen. Er is hierbij op wonderbaarlijke wijze nooit een ongeluk gebeurd. Jans moeder deed de financiële administratie van de onderneming, naast de drukke huishouding en de opvoeding van zes opgroeiende kinderen. Ze breidde en naaide zelf kleding en was “best wel streng, maar dat was logisch met vijf kwajongens en een meisje.” Soms moest ze ook manlief inschakelen bij de opvoeding en het in goede banen leiden van de zes druktemakers.   

Juffrouw Groenhof

Jan had een zorgeloze en plezierige jeugd, “een heerlijke tijd”. Hij bezocht de plaatselijke Protestant Christelijke lagere school, waar juffrouw Groenhof zijn talenten al snel ontdekte en vond dat hij door zijn snelle vorderingen best een klas kon overslaan. Hij had de stof van haar combinatieklas 2/3 namelijk in een jaar onder de knie en was toen klaar voor de vierde klas. Daar was de hoofdmeester het echter niet mee eens. Juffrouw Groenhof hield voet bij stuk en zo mocht Jan meteen door naar de vierde klas. Hij voltooide de lagere school vervolgens rimpelloos, had veel tijd voor andere ook baldadige activiteiten. Buiten schooltijden struinde Jan in en om het huis, waar -ze hadden tenslotte een boerenachtergrond- allerlei beesten gehouden werden: kippen, eenden en varkens. Ook zocht Jan het avontuur op een steenworp afstand in de prachtige bossen van de Utrechtse Heuvelrug. Later, toen hij de puberleeftijd bereikte, bezocht hij regelmatig de vele campings in de landelijke omgeving, waar hij vriendschappelijke banden opbouwde, met name met de meisjes uit de stad die daar kampeerden. ”Ik hielp hen met liefde graag in hun ontwikkeling en exploratie.”

Het Revius Lyceum in Doorn

Vanuit de dorpsschool waar Jan een klas mocht overslaan ging hij naar het Revius Lyceum in Doorn, waar hij HBS B (Hogere Burger School, nu het vwo) ging doen. Voor zijn klasgenoten uit het deftige Doorn en Driebergen was hij een boertje van buuten, maar zijn hoge intelligentie en extraverte persoonlijkheid dwongen al gauw respect af. Hij doorliep de HBS B (de wiskundige variant) met twee vingers in zijn neus, maakte nooit huiswerk, het ging allemaal vanzelf. Uiteraard waren zijn ouders trots, maar hij heeft zijn middelbare opleiding en ontwikkeling geheel op eigen kracht gedaan. Jan zoog de nieuwe kennis gulzig op, gedreven door zijn sterke nieuwsgierigheid, en ontdekte zo een veel grotere wereld dan Maarn. Jan had ook een groot tekentalent waardoor zijn moeder dacht dat hij wel naar de Kunstacademie zou gaan. Daarnaast bekwaamde de veelzijdige Jan zich vanaf z’n 16e ook in het kaarten om geld, vooral in toepen en hartenjagen was hij zeer succesvol en verdiende zo een flinke grijpstuiver. Hij doorzag niet alleen het kaartspel maar -zeker zo belangrijk- ook het gedrag van zijn medespelers. Later zou hij bij zijn werkgever Tillinghast, in de bus terugrijdend naar huis na een teamweekend in Maastricht, een aantal verbaasde collega’s 100 gulden lichter maken omdat hij het spel nog steeds goed en veel beter dan zijn medespelers beheerste.
Na de HBS was Jan voorbestemd om aan de TU in Delft (hij dacht er ook over om architect te worden) of aan een Kunstacademie te gaan studeren. Maar Jan had koudwatervrees en dacht dat hij een universitaire studie wellicht niet zou aankunnen, hij koos daarom voor een andere, zijn eigen weg.

Concernactuaris op z’n 30ste

Dus geen technische universitaire of kunstzinnige opleiding, maar Jan zocht meteen een baan. Op zestienjarige werd Jan uitgenodigd te solliciteren bij de Verenigde Verzekeringsmaatschappij, en werd meteen aangenomen. Hij ging  met de trein naar de VVM, dochter van Amev, gevestigd aan de Maliebaan 50 in Utrecht. De langharige jongeling mocht met zijn mathematische brein beginnen op de wiskunde afdeling. Die had twee onderafdelingen, een cijferkundige groep en een offerte groep. Jan belandt in de offertegroep en maakt al snel pensioenberekeningen en offertes voor individuele klanten. En zo werd hij als zeventienjarige adviseur voor de leeuwen geworpen en mocht hij een ouder echtpaar, dat een pensioenpremie van 6.000 gulden per jaar zouden betalen, voor die tijd heel veel geld, overtuigen van de maatwerkofferte van de VVM die hij berekend had. Hij slaagde met vlag en wimpel, haalde het contract met sterke argumenten en zijn charme glansrijk binnen.
Na de VVM maakte hij de overstap naar de AMROBANK, waar hij voor het pensioenfonds ging werken. Tegelijkertijd volgde hij de actuariële deeltijdopleiding Actuarieel Rekenaar en vervolgens de 2e fase Kandidaat Actuaris. Na 5 jaar stapte hij over naar de Zwolse Algemeene, waar hij uiteindelijk tien jaar zou blijven. Hij werd de jongste medewerker op de afdeling Actuariaat en kreeg in het begin de ‘K- klussen’ (quote Jan). Hij merkte al snel dat de traditionele handmatige arbeid veel sneller kon en begon met het automatiseren van de handelingen en processen op twee voor nu antieke computers met een capaciteit van 64k. Bij de Zwolsche Algemeene klom hij al snel op en toen na twee jaar de concernactuaris overleed stak Jan z’n vinger op, achtentwintig jaar oud. De directie durfde het wel aan, maar hij moest wel eerst z’n diploma Actuaris behalen. Zo werd hij tot die tijd eerst chef actuariaat en na het behalen van zijn diploma Actuaris mocht hij zich in augustus 1982 op z’n 30ste concernactuaris van de Zwolsche Algemeene noemen. Hij rondde de vierjarige opleiding tot actuaris aan de UvA in drie jaar af en studeerde bij Rob Kaas af. Hij moest voor zijn start als concern actuaris nog wel een aanvullende test doen. Daar werd ontdekt dat Jan over een zeldzame gave van alternatieve en creatieve denkwijzen en out of the box denken beschikte.

Het kan altijd beter, streven naar perfectie

Jan streeft in zijn creatieve oplossingen naar perfectie en maatschappelijk faire producten. Zo ontwikkelde hij al in 1982 een niet rokers tarief voor levensverzekeringen bij de Zwolsche Algemeene, en liep daarmee ver op zijn tijd vooruit. Nu, 40 jaar later, ziet hij dat verzekeraars en ook herverzekeraars nog steeds geen adequaat gebruik maken van zijn inzichten en van de beschikbare data en feiten. Hij bepleit het opzetten van een database met relevante informatie voor de levensverzekeringsmarkt. Dit zou een prachtige en waardevolle taak voor het Actuarieel Genootschap kunnen zijn, om onafhankelijk data te verzamelen en ter beschikking te stellen aan de markt. Bij de Zwolsche Algemeene ontwikkelde hij voorts een prachtige beleggingspolis: het dynamisch investeringsplan, met een heel heldere en transparante opbouw, waarbij zowel de klant als de verzekeraar aan hun trekken kwamen. Hij vindt dit nog steeds zijn best ontwikkelde product ooit. Een faire polis, die vele malen beter en eerlijker dan de navolgende woekerpolissen was. “Wanneer de markt mijn systeem en product had overgenomen, waren we niet in de woekerpolisaffaire terecht gekomen, met alle gevolgen en problemen van dien, die tot de dag vandaag doorwerken.”  Na zijn vertrek in 1988 bij de Zwolsche werd het product binnen een jaar tot zijn grote spijt en frustratie uitgekleed en ‘verminkt’ door zijn opvolgers. Jan heeft overigens later nog een helder rapport geschreven voor het Verbond van Verzekeraars over de woekerpolis. Maar het is veelzeggend dat dat kritische rapport nooit gepubliceerd is. Blijkbaar waren zijn conclusies niet welgevallig en lagen politiek gevoelig.  

The communist

Jan maakte na 10 jaar de overstap van de verzekeraar naar de advieswereld. Hij begon als senior consultant bij Leuven Actuarissen, waar hij aansloot bij een team van veelbelovende jonge actuarissen. Jan voelde zich als een vis in het water binnen de club en als adviseur van verzekeraars verkende hij stap voor stap alle actuariële verzekeringsdomeinen. Jan groeide door en werd na de verkoop van het bureau van Gert Leuven aan het grote internationale Tillinghast, partner en medeaandeelhouder. De overgang naar de Angelsaksische cultuur beviel hem echter slecht. De Amerikaanse en Engelse traditioneel ingestelde partners noemden Jan ‘the communist’. Jan schopte namelijk als vrijzinnig linkse vogel tegen de systemen en mores van de organisatie aan en werd als te vernieuwend en recalcitrant ervaren. Jan stemde in die tijd altijd op de PPR (Politieke Partij Radicalen) en is sinds deze partij opging in Groen Links, steeds een trouw aanhanger gebleven. Je zou kunnen zeggen wat deed Jan dan in deze commerciële op winst gerichte omgeving? Maar hij wilde ook in dit ‘kapitalistische’ bedrijf vanuit zijn ideologie en overtuiging een maatschappelijk sociale bijdrage leveren. Een sprekend voorbeeld daarvan was een situatie waarin de jaarwinst verdeeld zou worden door de internationale partners. Het Nederlands kantoor deed het in vergelijking met de andere kantoren in de wereld uitmuntend, boerde als beste jongetje van de klas. Bij de verdeling van de winst, een elk jaar terugkerende rituele stoelendans, wilden de internationale partners wel de Nederlandse partners mee laten delen, maar niet de medewerkers van het Nederlandse kantoor, die hun winst aandeel moesten inleveren. Jan vond dat zijn collega’s van het Amsterdamse kantoor dit meer dan verdiend hadden, was woest om het besluit en bekritiseerde deze inhalige keuze in alle toonaarden. Hij weet niet hoe dit verder afgelopen is, want hij besloot subiet op te zeggen en Tillinghast te verlaten. Dit was de druppel die de emmer deed overlopen. Het waren vijf prachtige, dynamische en leerzame jaren, maar het was genoeg geweest, “Not my firm”. We schrijven 1993.

Geen managementboek gelezen

Bij zijn vertrek had Jan een zwaar concurrentiebeding aan z’n broek hangen, hij mocht met zegge en schrijve 43 financiële instellingen geen zaken doen. Managing partner Gert Leuven ging daar echter redelijk soepel mee om, en zo kon Jan een vliegende start maken met zijn eigen adviesbureau. Hij had de overstap naar zelfstandigheid samen met Sandra besproken en de conclusie was: we gaan er samen voor want we vertrouwen op onze kwaliteiten! Donselaar Management & Advies (DMA) bestaat intussen bijna 30 jaar. Jan heeft nagenoeg alle verzekeraars in Nederland geadviseerd en ondersteund bij hun productontwikkeling en pricing, zijn specialiteit. Hij deed dat vooral op het gebied van zijn bekende domein levensverzekeringen, maar ook AOV, zorg en zelfs schade. Hij ontwikkelde vaak bijzondere, en soms zelfs revolutionaire producten, zoals we eerder zagen. De oorsprong daarvan lag steeds in zijn van nature nieuwsgierige levensinstelling, zijn gedrevenheid, oeverloze creativiteit en sociale bewogenheid. Zijn bureau is nooit groter geworden, want hij wilde volledig zijn eigen koers varen en vooral niet managen. De vele managementboeken die hij kreeg of zag langskomen heeft hij nooit gelezen, “Blijf vooral dicht bij jezelf, dan komt het wel goed.”. Het alleen werken had ook grote voordelen voor zijn gezin met twee opgroeiende kinderen thuis. Jan was veel thuis, zo zag hij zijn jongens zich in zijn nabijheid ontwikkelen. Het door Corona ontstane nieuwe werken van deze tijd, paste Jan vanaf de jaren 90 als jonge vader al toe.   

Actuarieel Genootschap

Jan werd gevraagd toen er bestuursleden voor het Actuarieel Genootschap en Actuarieel Instituut werden gezocht, “Je neemt verantwoordelijkheid als er een beroep op je gedaan wordt, en het is ook nog eens hartstikke leuk om te doen!”. Hij werd door de leden gekozen en benoemd als vicevoorzitter met als aandachtsgebied Public Affairs en Public Relations, een rol die op z’n lijf geschreven was. De ramen moesten open, de vereniging moest meer in de samenleving komen te staan. Jan was op vele manieren sterk betrokken en actief in de vereniging en ook binnen het Actuarieel Instituut, dat de actuariële opleidingen organiseerde. Later zou hij gevraagd worden als voorzitter van de Commissie Sterftetafels van het AG. Jan ging er met volle kracht en energie tegenaan en presteerde het om de productietijd van de nieuwe Sterftetafel, die eens in de 5 jaar verscheen, sterk in te korten. Binnen een half jaar nadat de nieuwe cijfers van het CBS beschikbaar waren, kon de commissie onder zijn leiding de nieuwe tafels al in november van 2006 presenteren, veel sneller dan eerder versies. Jan kan zich de zaal met toegestroomde leden van het Actuarieel Genootschap in Hotel Figi in Zeist nog goed voor de geest halen, “Was een super mooi moment.” In het nieuwe boekwerk met de tafels kwam zijn oude liefde weer terug: er was namelijk ook een hoofdstuk gewijd aan een niet rokers tafel. Hij had dit bij zijn aantreden als voorzitter als voorwaarde gesteld. Echter, er kwam zand in de machine, want er ontstond een diepgaande discussie met het AG bestuur, dat een snelle publicatie tegenhield vanwege financiële redenen. Dit argument stuitte Jan enorm tegen de borst, de markt had immers snel behoefte aan de cijfers, met name pensioenactuarissen. Ondanks zijn grote loyaliteit aan de beroepsvereniging, zegde hij -consequent en rigoureus als hij kan handelen- zijn lidmaatschap met pijn in z’n hart begin januari 2007 op. Een groot verlies voor de vereniging. Vele pogingen om Jan daarna terug te krijgen in de vereniging mislukten, hij bleef niet meer te vermurwen om weer toe te treden.  

Cijferfetisjist

Cijfers betekenen veel voor Jan, zijn essentieel in zijn leven. Het getal 4 is zo’n magisch getal. Immers, hij heeft 4 zoons, 4 broers en kreeg 4 (nou ja inmiddels 5) kleinzoons. Toen de vijfde kleinzoon geboren werd, werd de reeks van 4 ietwat onderbroken, “Maar nummer vijf is zeker niet minder welkom natuurlijk.” Nog meer cijferkunst: Jan werd geboren op 24 oktober; 24 is 1 keer 2 keer 3 keer 4 en 10 (oktober) is 1 plus 2 plus 3 plus 4. De vier broers en een zus van Jan kwamen in een algoritme ter wereld: de eerste 1 jaar na Jan, daarna zat er 2 jaar tussen, daarna 3, toen 4 en tenslotte 5 jaar tussen de geboortes. En elk kind werd in een andere maand geboren. Net als ook zijn vader en moeder weer in andere maanden geboren zijn. Zo zien we dat de wiskundige aanleg van Jan niet uit de lucht komt vallen, hij ziet patronen, verbanden en cijfers achter de dingen “Magisch!” 

Zijn iconen en jonge actuarissen

Startende en jonge actuarissen geeft hij mee om vooral nieuwsgierig te zijn. Ontdek je vakgebied in de breedte en diepte. Kijk waar je betekenis kunt geven, en laat je daarin niet beperken. Duik de verschillende domeinen in, leer de praktijk goed kennen en kom los van wat je geleerd hebt. “Treed buiten je comfortzone, en word zeker geen grijze muis”. Kijk ook de kunst af van ervaren en bekwame mensen om je heen. Dat heeft Jan ook gedaan. Een groot inspirator was Cees Boos, directeur van de Zwolsche Algemeene, en later van het Hooge Huys, de verzekeraar uit Alkmaar. Van Cees Boos, een man met een grote en duidelijke visie en veel energie, die niet hield van marchanderen maar van doorpakken, leerde Jan daarnaast vooral het ondernemende. Cees verzamelde sterke professionals met een eigen mening om zich heen, hij was wars van jaknikkers en meelopers. Jan had ook een zwak voor actuarieel nestor Simon van Vuure, die vele jaren voorzitter van het Actuarieel Genootschap is geweest, een voorbeeld voor Jan. “Ik als uitgesproken en soms ook impulsief mens, waardeerde Simons rust en beminnelijkheid, zijn verbindende talenten. Hij is een fijn en warm mens, en was geweldig om mee samen te werken als medebestuurder van onze beroepsvereniging.”

Kunst als ultieme fascinatie

Het is de markante museumdirecteur en kunstverteller Pierre Janssen die in de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw het eerste kunstprogramma op de nationale televisie presenteert, die Jans liefde voor kunst laat ontvlammen. Van huis uit kreeg hij dit nauwelijks mee, hij ontwikkelde deze voor hem ultieme fascinatie op eigen kracht. Kunst maakt dagelijks deel uit van zijn leven, zijn huis en tuin staan vol met kunst: beelden, schilderijen en andere kunstuitingen uit binnen- en buitenland. Ook van Sandra staan er verschillende werken in diverse steensoorten en keramiek in en om het huis. Jan maakte ook zelf verschillende, naar eigen zeggen museumwaardige objecten. Een daarvan siert de buitenmuur van zijn schuur: een ontlede pocketveringmatras, met een prachtige structuur en ritme.   
Zijn favoriete kunst is -hoe kan het anders- vernieuwend, verrassend en disruptief: onder meer de stromingen Bauhaus, Dadaïsme (Marcel Duchamp en andere dadaïsten), Cobra en de Stijl. Vooral het werk van Mondriaan, met name het schilderij Victory Boogie Woogie, kan Jan tot tranen toe ontroeren. De primaire kleuren van de Stijl rood, blauw en geel hebben vele jaren de kozijnen van zijn bungalow in Breukelen gesierd, zowel binnen als buiten. Het zijn dus vooral de vernieuwende stromingen die breken met de traditionele kunststromingen daarvoor, die Jan aantrekken. Daarnaast bleef architectuur zijn grote interesse houden. Zijn meest favoriete architect is de Amerikaan Frank Lloyd Wright.

Van boer tot Bourgondiër, en ook wat de boer niet kent dat eet hij wel

Jan, die van huis uit gewend was aan de Hollandsche pot, ontwikkelde zich later in z’n leven tot een ware culinaire fijnproever en smulpaap. Over zijn liefde voor de haute cuisine en de vele bezoeken aan toprestaurants kan hij in geuren en kleuren vertellen, de ene ervaring is nog mooier dan de andere. Ook hier ontdekte Jan als lekkerbek de vele in Nederland opkomende goede keukens gretig en systematisch, uiteraard altijd vergezeld door Sandra. Noem een willekeurig sterrestaurant, en Jan en San hebben er meestal wel een of meer keer aan tafel gezeten. Vaak werd er een overnachting aan vastgeplakt om ook de goede wijnen te kunnen genieten. Kunnen we zeggen dat er ook in zijn culinaire passie sprake is van enige hedonistische trekken? Ik kan dat alleen maar beamen, en daar is helemaal niets mis mee.     

AG-Zomerfeest in Giethoorn

Ook de traditionele zomervergaderingen van het Actuarieel Genootschap -het woord vergaderen zegt het al- moest natuurlijk op de schop, zeker op de drempel van een nieuwe eeuw. Niet vergaderen, geen technisch-inhoudelijke onderwerpen maar ontmoeten, netwerken en feesten. En heus, dat kunnen actuarissen uitstekend. Want dat bewees het legendarische 1e AG-Zomerfeest in het jaar 2000 in Giethoorn. Samen met mede organisatoren Ad Kok, de hoogzwangeren Sandra Lijesen en Ellis Wapenaar en de schrijver van deze tekst, organiseerde Jan en zijn companen een uiteraard vernieuwend, zeer afwisselend en spectaculair Zomerfeest in het Venetië van het Noorden. De ruim 200 deelnemers werden in de diverse bussen op weg naar de feestlocatie al op het verkeerde been gezet door de in de bus als normale deelnemer verklede acteur, die de boel stap voor stap op stelten zette, de nietsvermoedende feestgangers verbouwereerd en onthutst achter latend. Eenmaal aangekomen in het legendarische Paviljoen Smits konden de actuarissen en hun partners na een enthousiasmerende speech van hun voorzitter Simon van Vuure kiezen uit een verscheidenheid aan workshops: sportief, creatief en of recreatief. Een wisselprogramma van Afrikaans trommelen, zeilen, toneel, museumbezoek, goochelen tot varen in een fluisterboot of kano. In de namiddag volgde de overvaart over het ondiepe meer Bovewijde naar de avond feestlocatie waar gegeten en gedanst werd tot in de kleine uurtjes. Op de dansvloer -en dat konden we bij elk volgend zomerfeest opnieuw aanschouwen en bewonderen- toonde Jan zich een bekwaam en onvermoeibaar danser. De terugvaart op platte pramen onder het maanlicht en een opstekende storm was spannend maar ook hilarisch. Met deze geweldig geslaagde dag werd een nieuwe traditie van AG-zomerfeesten geboren.           

Actuaris van het Jaar

Toen Reinier Roosen in 2011 bij Jan en mij aanklopte om samen met hem na te denken over zijn idee om een Actuaris van het Jaar Prijs in het leven te roepen, ging Jan daar onmiddellijk op in. Al in de tijd dat hij in het bestuur van het Actuarieel Genootschap zat, bepleitte Jan een duidelijke, ook publieke positionering van de beroepsgroep en de beroepsbeoefenaar. Doel van de te lanceren Actuaris van het Jaar Prijs was de voor nagenoeg iedereen onbekende beroepsgroep van actuaris onder de aandacht te brengen, en dan met name de actuarissen die zich in het publieke domein verdienstelijk maken en aan de naamsbekendheid bijdragen. Het werd, mede dankzij de inzet van Jan, die in zijn grote netwerk zendingswerk voor de prijs verrichte, een groot succes. Tot op de dag van vandaag komen er elk jaar weer uit de groep van 1.400 actuarissen AG en ander actuarieel professionals grote talenten en aanstormende talenten bovendrijven. De prijs wordt uitgereikt tijdens de Actuarisdag, die gemiddeld door 250-300 actuarieel professionals wordt bezocht. Dit jaar was dat op 6 oktober in het congrescentrum van Achmea in Zeist. Onder de 3 genomineerden van het jaar 2022 (Angela van Heerwaarden, Jan Huug Lobregt en Wilbert Ouburg) heeft Jan al stiekem een duidelijke voorkeur aan de jury toevertrouwd. Heeft de jury hem hierin na het wegen van de vier bepalende criteria gevolgd?

Maarn, Nederland, Europa, de wereld

Jan heeft al van jongs af aan een fascinatie voor reizen, verre landen en het onbekende gehad. Hij werd bekoord door fotoreportages van verre oorden in de glanzende magazines van Mercedes, die zijn vader kreeg opgestuurd. Hij zoog de beelden en informatie op en vroeg folders en informatie aan met de coupons uit deze en andere tijdschriften; vooral van Ambassades kreeg hij veel informatie toegestuurd. Zo ontdekte hij de grote wijde wereld, van Egypte tot Antarctica. Later, toen hij de mogelijkheid kreeg zelf op ontdekkingsreis te gaan, stippelde hij samen met Sandra met wiskundige precisie prachtige reizen uit naar alle uithoeken van Nederland, Europa en de wereld. Zo vertelt hij trots dat hij alle Waddeneilanden (ook Rottumeroog) heeft bezocht. Hij in alle 11 provincies van Nederland heeft overnacht, en samen met zijn gezin alle straten van het Monopolyspel heeft bezocht. Met de auto bereisde het gezin Europa, van de Noordkaap tot Malta, van Ierland tot de Baltische Staten en de Balkan. Het maken van de reisplannen en routes, die vaak in de kerstperiode ontstonden, leverden al veel voorpret en verlangen naar de horizon op. Waar zijn vader een veilige ANWB route uitkoos voor een reisje over de Veluwe, verlegde Jan zijn grenzen en ging de hele wereld over: bijna alle landen van Europa, Noord Amerika, China, Japan, India en Nepal, landen in Noord -en Zuidelijk Afrika, Australië, landen in Zuid Amerika, de Galapagos eilanden en vele andere illustere oorden. Hij heeft vele tienduizenden ontdekkingskilometers afgelegd, en er -hem eigen- alles uit gehaald wat erin zat.

Zijn laatste reis

“Ik ben een zondagskind. Wat ik in mijn 70 levensjaren heb mogen meemaken en ervaren is werkelijk fenomenaal, ik ben een grote bofkont.” Dat kan namelijk ook best als je in eenvoudige omstandigheden geboren bent, je behoeft daarvoor niet met een zilveren lepel in de wieg gelegen te hebben. Mijn vrouw Sandra, waarmee ik al 35 jaar gelukkig samen ben en twee prachtige zonen heb, is een gift from heaven. Ik ben haar heel veel dank verschuldigd. En ik ben dol en trots op mijn vier geweldige zoons (twee uit een eerder huwelijk) en mijn vijf kleinzoons. Ja, inderdaad, allemaal jongens, de manlijke lijn is dominant bij de Donselaars... Zij zijn onderdeel van mij, ik van hen. Mijn leven gaat in deze mannen door. “Zo Anno, dat was mijn verhaal, hoop dat je er iets van kunt maken.” Waarvan akte. 

“Kijk”, zegt Sandra als ze me na het emotionele afscheid uitgeleide doet: “Mijn nieuwe auto heeft -toeval bestaat niet- een bijzonder nummerbord, eindigend op JD. Zo blijft Jan mij ook in de toekomst op reis vergezellen.”

Persoonlijke noot 

Beste Jan, fijne kerel en vriend, ik ga jou, onze ontmoetingen, gezamenlijke juryberaadslagingen, mooie gesprekken en copieuze diners erg missen. De beroepsgroep verliest in jou een bevlogen, markante en vernieuwende actuarieel professional. Jouw inspirerende nieuwsgierigheid en levensvreugde zijn een groot voorbeeld en een opdracht aan ons allen.

Anno Bousema