Een nieuwe generatie actuarissen dient zich aan
Een nieuwe generatie actuarissen dient zich aan
Of het nu over pensioen, klimaat, betaalbaarheid van de zorg of andere maatschappelijke issues (COVID-19 bijvoorbeeld) gaat, ik ben ervan overtuigd dat wij daaraan een bijdrage kunnen leveren en meewerken aan het vinden van (nieuwe) oplossingen. Daar ligt de kracht van onze beroepsgroep en daar ligt onze toekomst.
In juni trad drs. Daan Kleinloog AAG aan als voorzitter van het Koninklijk Actuarieel Genootschap (AG). Sinds 2012 is hij actief binnen de vereniging, eerst als voorzitter van de werkgroep AOW en sinds 2020 was hij bestuurslid. “Na het vertrek van Ron van Ooijen werd ik gevraagd het stokje over te nemen. Op zich een hele eer, maar ook een geweldige uitdaging om vanuit die positie een impuls te geven aan de verbreding van ons vakgebied. Traditioneel zijn we goed in pensioenen en verzekeren, maar ook binnen de huidige maatschappelijke thema’s als klimaat, duurzaamheid en zorg, kan onze expertise van meerwaarde zijn. Daar wil ik graag op inzetten.”
Hoe kijk jij tegen de actuariële beroepsgroep aan?
“Ik ben zeer positief gestemd. Er is nog steeds veel vraag naar actuarissen, kijk alleen maar naar het aantal openstaande vacatures op Careerguide.nl, 125 actuarissen, maar er zijn ook veel vacatures voor econometristen en specialisten op het terrein van data science, compliance, audit, pensioen, risk en schade. Ook als je kijkt naar de instroom van nieuwe studenten voor de opleiding EMAS (Actuarieel Instituut) blijkt dat er nog nooit zoveel inschrijvingen zijn. Met de status van het beroep is in mijn ogen niets mis, al denk ik wel dat ons beroep nog meer moet gaan meebewegen met de markt- en maatschappelijke ontwikkelingen: klimaat en zorg zijn daarbij twee thema’s die bij mij direct opkomen. Hier liggen zeker kansen voor ons!”
Waar liggen de kansen?
De komende jaren zijn actuariële professionals zeker druk ten aanzien van het nieuwe pensioenstelsel: hier is al veel werk verricht (adviseren van SZW o.s.). Maar er is nog veel meer werk te doen, zeker als het gaat om het duiden en verduidelijken voor de ontvangers; het robuust maken en houden van het stelsel. Daarnaast zijn er, zoals gezegd, grote uitdagingen ten aanzien van klimaat en zorg. Bij beiden is onze insteek duurzaamheid: duurzaam beleggen bijvoorbeeld als het gaat om pensioenen en verzekeren; maar ook binnen de zorg gaat het om duurzaamheid om ervoor te zorgen dat de zorg betaalbaar blijft. Hier liggen wat mij betreft uitdagingen en kansen voor onze beroepsgroep.
Wat heb je je ten doel gesteld?
“We moeten als beroepsgroep meer bekendheid/gezicht krijgen. Neem bijvoorbeeld de huidige coronapandemie. Het is toch jammer dat partijen als de overheid niet automatisch aankloppen bij onze beroepsvereniging om risico- en scenarioanalyses of prognoses te geven over de impact van COVID-19 op lange termijn? Dit zijn toch bij uitstek specialismen die actuarissen beheersen. Ik zie het dan ook als onze taak om duidelijk te maken dat wij hier een belangrijke rol in (willen) spelen.”
Waar liggen je zorgen?
“Zorgen heb ik niet echt. Maar als ik er dan één moet noemen dan is dat wel de arbeidsmarkt. Aan de ene kant is er veel vraag naar actuariële professionals, terwijl aan de andere kant er nog steeds onvoldoende instroom is. Wat betreft dat laatste (wat dus invloed heeft op het eerste) is het aan het AG om het vak nog positiever en zichtbaarder in de markt te zetten en de aantrekkelijkheid (carrièremogelijkheden) van het vak nog duidelijker maken onder studenten en werkgevers. Onze skills set is groot en breed inzetbaar en dat moeten we overtuigend overbrengen. Dus nogmaals geen zorgen, maar eerder uitdagingen.”
Hoe zie je de toekomst?
“Of het nu over pensioen, klimaat, betaalbaarheid van de zorg of andere maatschappelijke issues (COVID-19 bijvoorbeeld) gaat, ik ben ervan overtuigd dat wij daaraan een bijdrage kunnen leveren. De nieuwe strategie van het AG is daar ook op gericht waarbij de nieuwe website een centrale en verbindende rol speelt. Onze commissies zullen op veel gebieden een voortrekkersrol kunnen spelen, door pilots te initiëren, in te springen op actualiteiten met onderzoek en gevraagd (en wellicht ook ongevraagd) advies te geven aan stakeholders als ministeries. Op deze wijze kunnen we met onze expertise meewerken aan het vinden van (nieuwe) oplossingen. Daar ligt de kracht van onze beroepsgroep en daar ligt onze toekomst.”